Tesla viert feestje met de vier miljoenste auto, en dit is pas het begin

Van een naar twee, drie en nu vier miljoen

Natuurlijk, in het begin gaat het altijd langzamer. De autofabrikant had immers twaalf jaar nodig om zijn eerste miljoen voertuigen te bouwen. De eerste Tesla’s (Roadster, Model S en Model X) waren ook niet echt auto’s voor het grote publiek. Maar vijf jaar geleden lanceerde Tesla met de Model 3 ook zijn eerste volumemodel. Daarna ging het echt snel en Tesla had toen maar anderhalf jaar nodig om nog een miljoen voertuigen te bouwen. En elf maanden later stond de teller alweer op drie miljoen.

We produced our 4 millionth vehicle at Giga Texas today ✌ pic.twitter.com/YMxb4zX5WB

— Tesla (@Tesla) March 1, 2023

Dit jaar wordt ook de vijf miljoenste Tesla afgeleverd

Nu is het dus tijd voor een volgend feestje. Amper zeven maanden na de productie van de drie miljoenste Tesla. Het bedrijf publiceerde een korte video van de werknemers in Texas die klappen en juichen om de vier miljoenste auto te vieren. Het zit er trouwens dik in dat men nog dit jaar de volgende mijlpaal (vijf miljoen) kan vieren. De onlangs gerealiseerde Gigafactories in Shanghai, Texas en Berlijn hebben de autofabrikant in staat gesteld de productie snel op te voeren en de productiecapaciteit van Tesla wordt nu geschat op zo’n 1,7 miljoen voertuigen per jaar.

Wat is er nodig voor die twintig miljoen auto’s?

Maar dat zijn er nog lang geen twintig miljoen per jaar. Daardoor is er, zoals ik al zei, nog een hele lange weg te gaan. De recent aangekondigde Gigafactory in Mexico (foto boven) en de start van de eigen accuproductie met de nieuwe ‘4680’-accucellen zijn een eerste stap. Uiteraard zijn er ook veel meer fabrieken nodig, om al die auto’s te produceren. Tesla zei vorige week op de Investors Day al dat er daarvoor ongeveer twaalf Gigafactories nodig zouden zijn.

Marktvraag, materialen en productie

Maar dat is niet het enige. De marktvraag heeft immers zijn beperkingen, en de supply chain ook. Daarnaast is er nog zoiets als productiecapaciteit. Die drie factoren zijn in hoge mate bepalend. Dat betekent dus dat ze alledrie

Wat betreft de productiecapaciteit: als we de huidige productiecapaciteit van de vijf Gigafactories van Tesla transponeren naar twaalf, dan komen we bij lange na niet uit bij die twintig miljoen voertuigen. Bovendien zouden toekomstige Gigafactories ook nog eens kleiner moeten worden, vertelde Elon Musk. Dat betekent dat er per vierkante meter meer auto’s gebouwd moeten kunnen worden. Daarnaast moeten er voor die twintig miljoen auto’s ook steeds voldoende materialen en grondstoffen beschikbaar zijn.

De kracht van de eenvoud

Daarom wil Tesla toekomstige auto’s eenvoudiger maken. Niet dat wij daar als gebruiker iets van zullen zien. De toekomstige Tesla’s zullen net als nu een soort van rijdende smartphones zijn, maak je daar maar geen zorgen over. Maar de onderliggende techniek, zowel mechanisch als elektronisch, die moet nog veel eenvoudiger worden. Tesla is op dat gebied al zo’n beetje de trendsetter. Het aantal componenten waarmee bijvoorbeeld de Tesla Model Y wordt gebouwd, is bijvoorbeeld al veel lager dan dat van de gemiddelde elektrische auto. Maar dat is nog lang niet genoeg.

Model 2: elektrische auto voor 25.000 dollar

Tesla liet vorige week ook al wat doorschemeren over de ontwikkeling van de al vaker genoemde ‘25.000 dollar car’. Als we de media mogen geloven gaat die Model 2 zal gaan heten en laten we die voor het gemak ook maar zo noemen. Die Model 2, die komt dus in een veel betaalbaarder segment. Een segment, waarin Tesla wereldwijd een enorm volume aan voertuigen kan verkopen. Daarmee voldoet Tesla dus aan een van de eerdergenoemde factoren: de marktvraag.

Minder onderdelen, minder handelingen en minder kosten

Om aan de andere twee factoren (materialen en productiecapaciteit) te voldoen, wil Tesla het productieproces efficiënter maken door bijvoorbeeld het aantal benodigde onderdelen drastisch te reduceren. Minder materialen en onderdelen kosten minder geld en zijn makkelijker in te kopen. Door onderdelen te ontwikkelen die voor verschillende auto’s geschikt zijn, kan er op de kosten voor ontwikkeling, productie en opslag worden bespaard. En met minder onderdelen is de productie ook weer eenvoudiger en goedkoper. Minder onderdelen en minder handelingen betekent ook weer dat er dan meer voertuigen op dezelfde productielijn kunnen worden gebouwd. Bovendien wil Tesla de assemblage van auto’s op een veel andere manier aanpakken. Tesla denkt hierbij aan de assemblage van een aantal basismodules, waar de carrosserie later omheen wordt gebouwd. Een gevalletje ‘omdenken’ dus.

Maximale resultaten met minimale middelen

En daarmee komen we terug op de bepalende factoren die nodig zijn om die elektrische auto voor 25.000 dollar aan te kunnen bieden: Marktvraag, materialen en productie. Met het bovenstaande kan Tesla aan alle drie de voorwaarden voldoen.

Waarom lukt Tesla (waarschijnlijk) wat andere autofabrikanten niet lukt? Dat komt omdat Tesla veel flexibeler denkt. Autofabrikanten opereren en denken nogal ‘star’. Puur vanuit wat ze nu doen, en wat ze afgelopen tientallen jaren hebben gedaan. Hun organisatie is een solide basis, maar tegelijkertijd ook een blok aan hun been. Daardoor vergeten ze misschien niet eens om te kijken of er nog andere manieren zijn. Dat kunnen en willen ze misschien ook niet eens.

Tesla wil juist als een ‘startup’ blijven denken. Flexibel blijven, focussen op wat echt nodig is, en niet vergeten om het hele proces in ogenschouw te nemen. Dit om met minimale middelen maximale resultaten te behalen. En zo blijft het statement ‘less is more’ ook bij een enorm complex bedrijf als een automobielfabrikant van groot en misschien wel doorslaggevend belang. Laten we hopen dat Tesla hiermee een volgende revolutie in de automobiel teweegbrengt. Ons klimaat kan er alleen maar mee gebaat zijn.